Assimilatie

Assimilatie

We kennen allemaal het verschijnsel dat planten die goed in het licht staan, zoveel zuurstof produceren dat er allemaal belletjes aan de planten verschijnen en er zelfs bellen rechtstreeks uit de bladeren lijken te ontsnappen. Zoals in het onderstaande filmpje heel goed te zien is.

De zuurstof wordt geproduceerd door de fotosynthese. Fotosynthese is het proces waarbij planten glucose (suiker) en zuurstof maken, en dat maken ze uit koolstofdioxide en water. De energie die er voor nodig is, komt uit het licht dat ze opvangen in bladgroenkorrels. Hoe meer licht, hoe meer fotosynthese. Bij veel fotosynthese komt de geproduceerde zuurstof als bellen vrij.

Meestal wordt dit verschijnsel aangeduid met assimilatie, alhoewel assimilatie veel meer kan omvatten. Assimilatie is namelijk  de opbouw van organische stoffen. Er zijn verschillende processen die zo’n opbouw kunnen doen. Fotosynthese is daar een belangrijk voorbeeld van. Echter, omzetten van bijvoorbeeld glucose (suiker) in ingewikkelder stoffen (zoals zetmeel), of het maken van eiwitten uit aminozuren, zijn ook voorbeelden van (voortgezette) assimilatie. Het is de fotosynthese die het bellenbad veroorzaakt.

Onze planten zijn vaatplanten. Vaten in de bladeren en de stengels zorgen voor het transport van voedingsstoffen en fotosynthese producten. Maar ook wordt daarin de geproduceerde zuurstof opgeslagen. Als de druk te hoog wordt omdat de zuurstof sneller wordt geproduceerd dan afgevoerd, dan knapt er ergens iets en de zuurstof komt dan als een bellenstroom naar buiten op de plek van het lek. Het is voor de plant niet bevorderlijk als de fotosynthese zo hard gaat dat de geproduceerde zuurstof als bellen gaat ontsnappen. Uit hetzelfde lek ontsnappen meteen ook andere stoffen. Die stoffen kunnen sluimerende algensporen aanzetten zich te gaan ontwikkelen.

Als de zuurstof op normale wijze aan het water kan worden afgestaan, dan kan het zijn dat er zoveel zuurstof wordt afgegeven dat het niet meer kan oplossen. In dat geval ontstaan er bellen die aan de planten en de decoratie kleven. Het meest op de plek waar de zuurstof afgifte het hoogst is, dus aan de planten. Dergelijke bellen, die niet als bellenstroom uit een blad of stengel komen maar aan onder meer het blad kleven, wijzen op een goede zuurstofproductie, zonder dat deze leidt tot beschadigingen (lekken) van de plant.